Kind kwaad of gefrustreerd? Geef het geen scherm!
Afgelopen maand werd in het vooraanstaande journal Jama Pediatrics een onderzoek gepubliceerd met de titel “Early-Childhood Tablet Use and Outbursts of Anger”
De kernvraag van het onderzoek: wat is de relatie tussen tabletgebruik op jonge leeftijd en woedeaanvallen en frustratie? De onderzoekers bestuderen een groep van 315 ouders van jonge kinderen (~3,5 jaar). Ze meten gedurende drie jaar (van 3,5 - 5,5 jaar) jaarlijks het tabletgebruik en de woede en frustratie van het kind.
Ze vinden drietal belangrijke resultaten:
Wanneer kinderen van 3,5 jaar meer op een tablet zitten, zitten ze meer uur op een tablet wanneer ze 5,5 jaar zijn;
Wanneer kinderen van 3,5 jaar meer op een tablet zitten, is er meer frustratie gemeten wanneer ze 4,5 jaar zijn;
Wanneer kinderen van 4,5 jaar meer woede en frustratie tonen, zitten ze meer op een tablet wanneer ze 5,5 jaar zijn.
Meer schermtijd = meer schermtijd
Het eerste resultaat onderschrijft het idee waar SO6 op hamert: meer schermtijd op vroege leeftijd leidt tot meer schermtijd op latere leeftijd. Wanneer je eenmaal begint aan een scherm - of het nu een tablet, smartphone of tv is - dan ontstaan er twee gevolgen:
Het kind vindt het interessant en vraagt er vaker om;
Als ouder vind je het op sommige momenten een makkelijk hulpmiddel om in te zetten - en de barrière wordt steeds lager.
Schermtijd ontneemt de kans op emotionele ontwikkeling
Het tweede en derde resultaat onderschrijven iets wat we ook in de praktijk zien. Een kind is soms “lastig” en laten we eerlijk zijn: een lastig kind komt zelden goed uit. Een scherm is dan de ideale “speen” - voor elke leeftijd.
Wanneer je echter beseft dat ieder moment waarop een kind woede of frustratie uit ook dient als een leermoment om woede en frustratie een plek te geven, dan wordt vrij snel duidelijk dat het geven van een scherm dit leermoment belemmert.
Begin met het geven van een scherm (i.c. een tablet) en op latere leeftijd ontstaat er meer woede en frustratie. Vervolgens grijp je als ouder bij ieder moment dat je kind woede of frustratie toont makkelijker naar een scherm.
Waarom is dit onderzoek zo belangrijk?
Eén van de grote discussies op dit moment in het scherm- & smartphonedebat gaat om correlatie vs. causaliteit. Met andere woorden: voor dit onderzoek kon men zich afvragen of meer schermtijd daadwerkelijk de oorzaak is van meer woede & frustratie (causaal verband) - of dat kinderen met meer schermtijd ook meer woede & frustratie tonen, maar dat dit komt door (bijvoorbeeld) een ander effect, zoals verschillen tussen huishoudens in inkomen of opleiding.
Deze studie is wat men noemt een longitudinaal onderzoek: op meerdere momenten wordt een effect gemeten om zo over tijd te kunnen bepalen dat de ene variabele het gevolg van de andere is.
Critici op het onderzoek naar negatieve effecten van schermtijd zeggen vrij snel dat de relatie complex is en dat er niet zomaar een causaal verband is. Dit onderzoek onderschrijft inderdaad dat de relatie complex is, maar dat het causale verband in een cirkel zichzelf versterkt: meer tablettijd leidt tot meer woede en frustratie en dit leidt tot meer tablettijd.
Hoe meer van dit soort onderzoeken gepubliceerd worden, hoe duidelijker het wordt dat de beredeneerde negatieve kanten van schermtijd zeer zwaar wegen voor de ontwikkeling van een kind.
Een kritische noot
Dit onderzoek is verre van perfect.
De manier waarop ouders zijn geworven is niet duidelijk. Specifiek: het is onduidelijk of op de onderzoeksvraag ouders zijn afgekomen die meer woede/frustratie met hun kind ervaren.
De “descriptive statistics” - de tabel waarin alle variabelen die onderzocht zijn getoond worden met hun gemiddelde en hun standaarddeviatie - is onduidelijk over de variabele tablettijd. Specifiek is de standaarddeviatie groter dan het gemiddelde, wat zou moeten betekenen dat ofwel de distributie van tablettijd niet normaal verdeeld is, of er een fout is gemaakt in het tonen van de tabel.
Het onderzoek is gedaan in de COVID periode. Een periode waarbij ook veel ouders stress, woede en frustratie hebben ervaren. Dit zal zeer waarschijnlijk meegespeeld hebben in de gevonden resultaten.
We hebben de vraag uitstaan bij de onderzoekers en hopen op een antwoord in hoe zij aankijken tegen deze kritiek.
Tot slot
SO6 richt zich erop om samen met ouders te streven naar zo min mogelijk schermtijd tot de leeftijd van zes jaar. Na de leeftijd van zes jaar streven we naar gedoseerd schermtijd inzetten.
Wanneer ouders liever toch eerder schermtijd inzetten, dan raden we vooral aan dit niet te doen als speen of oppas, maar als gezamenlijke activiteit (samen met je kind kijken). Bovenstaand onderzoek onderschrijft dit principe.