Waarom we naar een ‘Schermloos Onder 6-generatie' moeten streven
Kassa 12 oktober 2024 “Zombies achter het scherm: Impact schermtijd op jonge kinderen”
In een recente aflevering van het programma Kassa (zie artikel) kwamen twee experts, Marion van den Heuvel (Nederlandse baby-breinspecialist) en Theo Compernolle (Belgische kinderpsychiater), samen om de impact van schermtijd op jonge kinderen te onderzoeken. Het onderzoek toont een verontrustend beeld: jonge kinderen van 0 tot 6 jaar worden steeds meer aangetrokken door schermen en vertonen zelfs tekenen van verslaving wanneer schermtijd abrupt wordt gestopt. Dit soort situaties versterken waarom wij bij Schermloos Onder 6 pleiten voor een bewuste en beperkte schermtijd in deze leeftijdsgroep.
De onderzoekers observeerden peuters die, hoewel ze eerst speelden met knuffels, puzzels en boekjes, volledig in de ban raakten van de tablet zodra deze werd ingeschakeld. Dit leidde zelfs tot frustratie en tranen wanneer het scherm weer werd uitgezet. Wat we hier zien, is het "speen- en oppaseffect" van schermen in de praktijk: kinderen worden rustiger dankzij de schermen, maar worden vervolgens emotioneel afhankelijk wanneer deze weggehaald worden.
“Speen- en oppaseffect”
In onze eerdere blog Het speen- en oppaseffect van schermtijd hebben we beschreven hoe ouders schermen vaak inzetten om zelf even rust te krijgen of om hun kinderen af te leiden van iets vervelends. Dit is een patroon dat wereldwijd wordt herkend. Ouders gebruiken schermen vaak als een snelle oplossing om kinderen rustig te houden, of zoals experts het noemen: het "speeneffect". Daarnaast wordt de tablet of tv vaak ingezet om tijd te winnen voor de ouder zelf, wat bekend staat als het "oppaseffect".
Onderzoek van Brauchli et al. (Digital Collection) laat zien dat ouders onder stress vaker geneigd zijn om schermmedia in te zetten als oplossing, waarbij een positieve houding ten opzichte van schermgebruik leidt tot meer schermtijd bij jonge kinderen. Dit gebruik, vaak om stress bij de ouder te verminderen, draagt bij aan het speeneffect: kinderen worden minder goed in staat om hun emoties zelfstandig te reguleren
Daarnaast bevestigt een studie van Konok et al. (Frontiers) dat kinderen die regelmatig digitale apparaten krijgen om driftbuien te kalmeren, later in hun leven meer moeite hebben met het beheersen van hun emoties. Dit versterkt het beeld dat het gebruik van schermen als een "digitale speen" uiteindelijk niet helpt bij het leren omgaan met emoties, maar juist bijdraagt aan emotie-regulatieproblemen
Wat we dus zien, is dat zowel het "speeneffect" als het "oppaseffect" bijdragen aan een afname van de zelfregulatie van kinderen en een toename van afhankelijkheid van schermen. Ouders geven kinderen vaak schermtijd met de beste bedoelingen, maar zonder duidelijke grenzen kan dit uiteindelijk leiden tot gedragsproblemen, zoals uitbarstingen van woede en frustratie wanneer het scherm wordt weggenomen. Dit zagen we ook duidelijk terug in het Kassa-onderzoek, waar kinderen woedend werden en gingen huilen zodra de schermtijd werd beëindigd.
Deze bevindingen wijzen erop dat, hoe verleidelijk het ook is om een scherm in te zetten voor rust of gemak, het belangrijk is om te streven naar alternatieve manieren om kinderen te kalmeren en bezig te houden. Het opbouwen van een gezonde relatie met technologie begint bij het stellen van duidelijke grenzen op jonge leeftijd en het voorkomen dat schermen de primaire oplossing worden voor emotionele of gedragsproblemen.
Schermtijd en emotionele ontwikkeling
In het onderzoek uit Kassa zien we ook hoe kinderprogramma’s zoals Paw Patrol of Cocomelon jonge kinderen volledig overweldigen. Van den Heuvel noemt dit 'zombie-gedrag'. Dit ondersteunt de bevindingen van een onderzoek dat we eerder in onze blog Kind kwaad of gefrustreerd? Geef het geen scherm! besproken hebben. Het is essentieel dat kinderen leren omgaan met emoties zoals frustratie of woede zonder direct naar een scherm te grijpen.
Het onderzoek waarnaar we verwijzen in die blog, van JAMA Pediatrics, toont aan dat hoe vaker kinderen schermen gebruiken op jonge leeftijd, hoe moeilijker het wordt om die gewoonte te doorbreken. Dit komt omdat het brein van jonge kinderen nog in ontwikkeling is en zeer gevoelig is voor de directe beloning die schermen bieden. Het visuele en auditieve bombardement dat bijvoorbeeld games en tekenfilms bieden, activeert het beloningssysteem van de hersenen, wat ervoor zorgt dat kinderen telkens weer op zoek gaan naar diezelfde prikkels.
Schermtijd is geen oplossing voor emotionele uitdagingen. Integendeel, het ontneemt kinderen de kans om te leren hoe ze hun gevoelens moeten reguleren. Zoals ons blog suggereerde, leidt meer schermtijd tot meer woedeaanvallen en frustratie. Een kind dat van jongs af aan gewend is om via een scherm getroost te worden, zal later vaker naar een scherm grijpen wanneer het emotioneel uit balans is. Het "oppaseffect" komt hier ook om de hoek kijken: hoe vaker ouders een scherm inzetten om hun handen vrij te hebben, hoe meer ze deze oplossing in de toekomst zullen inzetten. Dit verlaagt de drempel om schermtijd steeds vaker in te zetten, wat kan leiden tot een vicieuze cirkel van toenemend gebruik.
Conclusie
Bij Schermloos Onder 6 geloven we dat het beperken van schermtijd cruciaal is voor de gezonde ontwikkeling van kinderen. Dit is niet alleen een kwestie van het vermijden van verslaving, maar ook van het bevorderen van cognitieve en emotionele vaardigheden. Zoals we in onze eerdere blog Waarom Schermloos Onder 6? schreven, ontbreekt er bewijs dat schermtijd op jonge leeftijd daadwerkelijk bijdraagt aan de ontwikkeling van vaardigheden. Wat wel duidelijk is, is dat schermtijd andere, wel bewezen, ontwikkelingsactiviteiten verdringt, zoals spelen, lezen, bewegen en het ontwikkelen van sociale vaardigheden.
Het onderzoek uit Kassa geeft een verontrustend beeld van jonge kinderen die in "zombies" veranderen door de invloed van ongepaste content op schermen. Experts zoals Marion van den Heuvel en Theo Compernolle benadrukken dat deze programma’s, met complexe verhaallijnen en snelle beelden, kinderen emotioneel en cognitief overweldigen. Het geven van een scherm lijkt op de korte termijn effectief, echter de praktijk toont aan dat kinderen hierdoor minder leren omgaan met hun emoties en vaker woedeaanvallen en frustratie vertonen, zoals we ook duidelijk zagen in het onderzoek uit Kassa.
Als we de bevindingen naast elkaar leggen, wordt duidelijk waarom Schermloos Onder 6 een noodzakelijke organisatie is. Niet alleen voorkomen we hiermee dat kinderen emotioneel afhankelijk worden van schermen, maar we geven ze ook de ruimte om essentiële vaardigheden zoals zelfregulatie te ontwikkelen. Het vermijden van schermtijd onder de zes jaar biedt kinderen de kans om op een gezonde manier om te gaan met hun emoties, om te leren door echte sociale interacties, en om hun creativiteit te stimuleren.
Ouders spelen hierin een cruciale rol. Door bewuste keuzes te maken en alternatieven (lees hier een aantal inspirerende alternatieven) te bieden voor schermtijd, kunnen we gezamenlijk werken naar een schermloze generatie onder de zes jaar – een generatie die niet alleen minder afhankelijk is van technologie, maar ook emotioneel veerkrachtiger is.